Zoekstrategie

Chess is imagination. – David Bronstein

Een zoekstrategie is een methode waarmee bepaalde kenmerken van een stelling kunnen worden gevonden.

Fundamenten
De volgende fundamentele schaakprincipes zijn de basis voor het vinden van belangrijke stellingskenmerken:

  1. activiteit;
  2. kwetsbaarheid.

Vragen van Aagaard
Een voorbeeld van een zoekstrategie zijn de volgende drie vragen van Aagaard.

  1. Waar zijn de kwetsbaarheden? (kwetsbaarheid)
  2. Wat is het minst actieve stuk? (activiteit)
  3. Wat is het plan van de tegenstander? (dreigingen)

Het beantwoorden van deze vragen geeft aan waar de (potentiƫle) aanvalsdoelen zijn.

Aanvalsdoelen
Zoals we bij de combinaties hebben gezien zijn er drie typen aanvalsdoelen:

  1. koning;
  2. hout;
  3. veld.

Kandidaatzetten
Een kandidaatzet is een zet die een speler kan overwegen om te spelen.

Elke speler is vrij om hun eigen lijst van kandidaatzetten samen te stellen. De kandidaatzetten vormen de basis voor een variantenboom, bestaande uit mogelijke oplossingen.

Het probleem bij het samenstellen van kandidaatzetten, is dat het aantal mogelijke kandidaatzetten vaak heel groot is. Vandaar dat het zinvol is om de zetten te splitsen in zetten met en zonder een aanvalsdoel. De zetten met een aanvalsdoel zijn de geforceerde zetten.

Geforceerde zetten
Geforceerde zetten zijn zetten die:

  1. schaak geven;
  2. een stuk slaan;
  3. een stuk of veld aanvallen.

De geforceerde zetten zijn zo belangrijk, dat ze altijd moeten worden meegenomen als kandidaatzetten.

Voorbeeld: Polerio – da Cutri (Rome 1590).
De onderstaande stelling komt uit een partij tussen Polerio en da Cutri, die werd gespeeld in Rome, waarschijnlijk in het jaar 1590.

Stap 1: Wat zijn de aanvalsdoelen?

De eerste stap in de zoekstrategie is het vinden van de aanvalsdoelen. Er zijn 3 verschillende typen aanvalsdoelen, namelijk: koning, hout en veld.

  1. Koning
    1. De zwarte koning op e8, want wit kan schaak geven met Dh5+.
    2. De witte koning op e1, want de witte koning en de zwarte dame staan beide op de e-lijn.
  2. Hout
    1. De zwarte pion op f5 staat ongedekt, wit kan deze slaan met exf5.
    2. De witte pion op e4 staat ongedekt, zwart kan deze slaan met fxe4.
    3. Het witte paard op e5 staat ongedekt, zwart kan deze slaan met Dxe5.
  3. Veld
    1. Het veld f7, wit valt deze aan met het paard op e5.

Stap 2: Wat zijn de geforceerde zetten?

De tweede stap in de zoekstrategie is het samenstellen van een lijst van zetten die deze aanvalsdoelen aanvallen of verdedigen, de zogenaamde kandidaatzetten. De geforceerde zetten zijn hiervan een belangrijk deel.

  1. Schaak
    1. 1.Dh5+
  2. Slaan
    1. 1.exf5
    2. 1.Pxd7
  3. Dreiging (aanvallen of verdedigen)
    1. 1.d4
    2. 1.f4
    3. 1.Pf3
    4. 1.Pf7

Dit geeft het volgende overzicht.

Vervolg: Na de selectie van kandidaatzetten, moet er een kandidaatzet worden gekozen. Dit kan met een oplossingsstrategie.