Prikken van tussenstellingen
Naarmate de (geforceerde) varianten langer worden, kost het rekenen meer tijd en energie. Vooral bij het laden van een stelling, door het uitvoeren van de kandidaatzetten vanaf de beginpositie.
Een snellere/efficiƫntere methode is het gebruik maken van tussenstellingen. Na het uitvoeren van een kandidaatzet, ontstaat er een tussenstelling, waarbij je alleen de (vernieuwde) posities van de bewogen stukken hoeft op te slaan. Het kiezen of prikken van een tussenstelling, bespaart tijd en energie, doordat je niet bij de beginpositie begint, maar bij een tussenstelling van een aantal kandidaatzetten later.
De tussenstellingen worden door Tisdal de stepping stones genoemd.
Voorbeeld: Greco – Onbekend (Rome 1620).
De volgende stelling komt uit een partij gespeeld in Rome, tussen Greco en een onbekende zwartspeler. Het jaar was waarschijnlijk 1620. Wit is aan zet.
Rond de zwarte koning staan veel aanvallers en weinig verdedigers. De koningsveiligheid van zwart is dus zeer kwetsbaar. Als wit hier gebruik van kan maken, wint wit de partij.
Stap 1: Wat zijn de aanvalsdoelen?
- Koning
- De zwarte koning op g6, want wit kan schaak geven met Dd3+ of Dh5+.
Stap 2: Wat zijn de geforceerde zetten voor wit?
- Koning
- 1.Dd3+
- 1.Dh5+
Met de zet 1.Dh5+ offert wit de dame, maar forceert geen mat, en geeft onvoldoende compensatie. Dus blijft de zet 1.Dd3+ over.
Stap 3: Wat zijn de geforceerde zetten voor zwart?
Na de zet 1.Dd3+ moet zwart het schaak opheffen. Hiervoor heeft zwart 3 kandidaatzetten.
- Weggaan
- 1…Kh6
- 1…Kh5
- Tussenzetten
- 1…Df5
Met het herhalen van stap 2 en 3 maak je een variantenboom.
Voorbeeld: variantenboom.
1.Dd3+ | Kh6 | 2.Pf7# | ||||
Kh5 | 2.g4+ | Kxg4 | 3.Dh3# | |||
Kh6 | 3.Pf7# | |||||
Kh4 | 3.Dh3# | |||||
Df5 | 2.Dxf5+ | Kh6 | 3.Pf7# | |||
Kh5 | 3.Pf3+ | g5 | 4.Dxg5# | |||
3.Pf7+ | g5 | 4.Dxg5# |
Tip: Prik na het uitvoeren van stap 2 en 3 een tussenstelling.
Voorbeeld: tussenstelling.
Na de zetten 1.Dd3+ Kh6 kan de volgende stelling worden geprikt.
Blindschaken
Een effectieve methode om visualiseren te oefenen is met blindschaken. Blindschaken houdt in dat een speler geen gebruik maakt van het bord of de stukken, maar de zetten naspeelt in zijn hoofd, waarbij de stelling die ontstaat wordt opgeslagen als een tussenstelling. Het communiceren van de zetten kan vervolgens via spraak of tekst.
Oefening: paardsprongen.
Een oefening om blindschaken te oefenen, is het visualiseren van schaaksprongen zonder schaakbord. Bijvoorbeeld het vinden van een pad of route tussen het veld a1 en een andere willekeurig veld, bijvoorbeeld h8.