Scandinavisch

Het Scandinavisch ontstaat na de zetten:

  1. e4, d5

Zwart valt met 1…d5 de witte e4-pion aan. Wit staat nu voor een keuze.

  1. Slaan:
    1. exd5 Dxd5 3. Pc3 (Wade);
    1. exd5 Pf6 (Marshall);
    1. exd5 c6.
  2. Dekken:
    1. Pc3;
    1. d3.
  3. Weggaan:
    1. e5.
  4. Offer:
    1. d4;
    1. Pf3 (Tennison).

Achtergrond informatie
Na de zet 1.e4 dreigt wit met 2.d4 een d4-e4 centrum op te bouwen.

Zwart ondermijnt de pion op e4 door 1…d5 te spelen.