Nimzo-Indisch

Het Nimzo-Indisch ontstaat na de zetten:

  1. d4, Pf6
  2. c4, e6
  3. Pc3, Lb4

Wit heeft nu de volgende opties:

  1. Centrum (voorbereiden e4):
    1. Dc2 (Klassiek);
    1. f3 (Kmoch);
    1. Qd3 (Mikenas);
    1. e4 (Dilworth).
  2. Centrum (uitschakelen Lb4):
    1. a3 (Samisch);
    1. Qb3 (Spielmann);
    1. Bd2.
  3. Ontwikkelen:
    1. e3 (Rubinstein);
    1. Nf3 (Kasparov);
    1. Bg5 (Leningrad);
    1. g3 (Romanishin).

Achtergrond informatie
Met de zet 2.c4 neemt wit controle over het centrumveld d5.

Zwart kan de controle over d5 heroveren met 2…e6.

Via 3.Pc3 maakt wit de controle over d5 en e4 gelijk, qua aanvallers en verdedigers, door een stuk te ontwikkelen naar het centrum.

Na 3…Lb4 schakelt zwart Pc3 (het witte paard op c3) uit met een penning.

Voorbeeld partij: Englisch – Blackburne (Londen 1883).

Voorbeeld partij: Janowski – Nimzowitsch (St. Petersburg 1914).

Voorbeeld partij: Brinckmann – Nimzowitsch (Kolding 1923).

Voorbeeld partij: Johner – Nimzowitsch (Dresden 1926).

Voorbeeld partij: Rubinstein – Nimzowitsch (Berlijn 1928).

Voorbeeld partij: Mattison – Nimzowitsch (Karlsbad 1929).

Voorbeeld partij: Botwinnik – Capablanca (Nederland 1938).

Boeken

  1. S. Gligoric, Play The Nimzo-Indian Defence, Pergamon Press, Oxford, 1985.