Directe dreigingen

Een directe dreiging is een (kandidaat) zet die een (dynamische of statische) factor voordelig omzet in een andere (dynamische of statische) factor.

Doel: Het doel van een dreiging is hierdoor het voordelig veranderen van een waarde van de volgende factoren.

1. Koningsveiligheid
2. Materiaal
3. Activiteit
4. Pionnenstructuur

Basis vraag: Wat zijn de dreigingen?

In het middenspel van het schaakspel bestaan verschillende dreigingen. Voorbeelden van dreigingen zijn:

1. een mataanval (koningsveiligheid);
2. het winnen van materiaal (materiaal);
3. verlagen activiteit tegenstander, bijvoorbeeld door het winnen van ruimte of een gunstige ruil (activiteit);
4. het aantasten van de pionnenstructuur (pionnenstructuur).

Let op: val de tegenstander aan in het gebied waar die het kwetsbaarst is.

Voorbeeld: materiaal.
In de volgende stelling dreigt wit met 1.Pxe4 de zwarte e-pion te winnen.

Wit dreigt hierdoor om de activiteit van het paard (dynamische factor) om te zetten in materiaalwinst (statische factor).

Verdedigen
Directe dreigingen kunnen op 3 manieren worden beantwoord:

1. dekken of weggaan (passieve verdediging);
2. tegendreiging (actieve verdediging);
3. negeren (geen verdediging).

Voorbeeld: dekken (passieve verdediging).

Voorbeeld: tegendreiging (actieve verdediging).

Voorbeeld: negeren (geen verdediging).
Niet elke dreiging is even belangrijk. Niet belangrijke dreigingen kunnen worden genegeerd.

Initiatief
Een speler heeft het initiatief als de tegenstander verplicht is om te reageren op de (directe) dreigingen, omdat het negeren van de (directe) dreigingen leidt tot verlies of een slechtere stelling.

Combinaties
Combinaties zijn de meest efficiënte dreiging, doordat zij met het combineren van aanvalsdoelen meerdere dreigingen vormen.

Voorbeeld partijen

Opgaven

46. Is 1.Pd5+ een dreiging?

52. Is de breekzet 1.d4 goed?

58. Is de zet 1.f4 goed?