Dubbele aanval

Een dubbele aanval is een combinatie waarbij een stuk ten minste twee aanvalsdoelen heeft. Bijvoorbeeld het aanvallen van twee stukken van de tegenstander. Deze aanval kan met elk stuk worden gemaakt. Maar het stuk waar dit het meest voorkomt is het paard.

Een dubbele aanval wordt soms ook een vork genoemd.

Voorbeeld: dubbele aanval.
Door de aparte beweging van het paard komt bij dit stuk een dubbele aanval vaak voor.

In het voorbeeld hierboven valt het zwarte paard twee aanvalsdoelen aan, namelijk de koning (koning) en de dame (hout) van wit. Het paard vormt dus een dubbele aanval, waarbij de witte koning schaak staat.

Door de beweging van het paard kunnen de dame en de koning niet het paard slaan, en kan er geen stuk tussen de koning en het paard worden gezet. Hierdoor kan de witte koning alleen aan het schaak ontsnappen door een veld opzij te stappen. Het paard kan hierna de witte dame slaan, met als gevolg een voordelige ruil.

Dubbele aanval per stuk
Elk stuk kan een dubbele aanval maken:

  1. toren;
  2. loper;
  3. dame;
  4. paard;
  5. koning;
  6. pion.

Zoekstrategie: dubbele aanval.
Het zoeken van een dubbele aanval wordt makkelijker als de aanvalsdoelen bekend zijn. De aanvalsdoelen kunnen worden gevonden met de volgende vragen:

  1. Kan een stuk schaak geven?
  2. Staan er stukken ongedekt?
  3. Staan er stukken onvoldoende gedekt?
  4. Is er een matveld?
  5. Kunnen er twee aanvalsdoelen tegelijk worden aangevallen?

Vervolg: opgaven.

Verdediging
Er bestaan een aantal verdedigingen tegen een dubbele aanval:

  1. slaan;
  2. weggaan;
  3. dekken;
  4. tussenplaatsen;
  5. tussenzet.

Zoekstrategie: verdediging.

  1. Welke stukken staan aangevallen?
  2. Kan de aanvaller worden geslagen?
  3. Kan je met een aangevallen stuk weggaan?
  4. Kan je een aangevallen stuk dekken?
  5. Kan je een stuk tussenplaatsen?
  6. Is er een tegenaanval (schaak, penning, dreiging) mogelijk?

Voorbereiden

  1. lokken;
  2. jagen;
  3. richten;
  4. uitschakelen verdediging;
  5. ruimen.