Koning

De koning is een aanvalsdoel als deze wordt aangevallen door een stuk, dus schaak staat.

Voorbeeld: schaak.
In het voorbeeld hieronder wordt de zwarte koning aangevallen door de witte loper. Hierdoor is de koning een aanvalsdoel geworden. Zwart moet het schaak opheffen.

Opgaven: schaak geven.

Schaak opheffen
Er zijn drie manieren waarop schaak kan worden opgeheven.

  1. Het slaan van het schaakgevende stuk (slaan).
  2. Het tussenplaatsen van een stuk tussen de koning en het schaakgevende stuk (tussenplaatsen).
  3. Het verplaatsen van de koning uit het schaak (weggaan).

Opgaven: schaak opheffen.

Voorbeeld: mat.

Zoekstrategie

  1. Kan een stuk schaak geven?
  2. Is er een matveld?

Opgaven: mat.

  1. (mat in 1)
  2. (mat in 2)
  3. (mat in 3)
  4. (mat in 4)
  5. (mat in x)