De koning is een aanvalsdoel als deze wordt aangevallen door een stuk, dus schaak staat.
Voorbeeld: schaak.
In het voorbeeld hieronder wordt de zwarte koning aangevallen door de witte loper. Hierdoor is de koning een aanvalsdoel geworden. Zwart moet het schaak opheffen.
Opgaven: schaak geven.
Schaak opheffen
Er zijn drie manieren waarop schaak kan worden opgeheven.
- Het slaan van het schaakgevende stuk (slaan).
- Het tussenplaatsen van een stuk tussen de koning en het schaakgevende stuk (tussenplaatsen).
- Het verplaatsen van de koning uit het schaak (weggaan).
Opgaven: schaak opheffen.
Voorbeeld: mat.
Zoekstrategie
- Kan een stuk schaak geven?
- Is er een matveld?
Opgaven: mat.