Een stuk (materiaal) is een aanvalsdoel als deze wordt aangevallen door één of meerdere stukken. Doordat de schaakstukken vroeger vooral van hout werden gemaakt, wordt dit aanvalsdoel ook wel hout genoemd.
Voorbeeld: ongedekt stuk.
In het bovenstaande voorbeeld wordt de zwarte loper niet verdedigd door een stuk. Hierdoor staat de loper ongedekt. De loper wordt verder aangevallen door de witte toren. Hierdoor is de loper een aanvalsdoel.
Opgaven: ongedekt.
Voorbeeld: onvoldoende gedekt stuk.
De witte toren op d2 staat 1 keer verdedigd, door de witte toren op d1. De toren op d2 wordt verder 2 keer aangevallen, direct door de zwarte toren op d7 en indirect door de zwarte toren op d8. Het aanvallen van een stuk met 2 aanvallers heet een tweevoudige aanval. Met 1 verdediger en 2 aanvallers staat de witte toren op c2 onvoldoende gedekt. Hierdoor is de toren een aanvalsdoel.
Opgaven: onvoldoende gedekt.
Voorbeeld: voordelige ruil.
In het bovenstaande voorbeeld wordt de zwarte toren aangevallen door de witte loper. Een toren is 5 punten en een loper is 3 punten waard. Het ruilen van een loper voor een toren is dus voordelig voor wit, doordat wit hiermee 2 punten wint. De toren is hierdoor een aanvalsdoel.
Opgaven: voordelige ruil.
Voorbeeld: ingesloten stuk.
Een stuk is ingesloten als het geen veilige velden heeft om naar toe te gaan. Een ingesloten stuk kan niet ontsnappen als deze wordt aangevallen, doordat het stuk op elk veld geslagen kan worden.
In het voorbeeld hierboven kan het paard na elke zet geslagen worden door de loper. Het paard is dus ingesloten. Hierdoor is het paard een aanvalsdoel.
Opgaven: insluiten.
Verdediging
Mogelijke verdedigingen tegen een dreiging zijn: